Een getuige die voor de rechtbank moet verschijnen, moet eerst de eed afleggen. De rechter zal u vragen de volgende formule uit te spreken:
"Ik zweer de gehele waarheid en niets dan de waarheid te zeggen."
Wie na de eedaflegging niet de waarheid spreekt, legt een valse verklaring af. Meineed is een misdrijf waarop strenge straffen staan.
U kunt alleen verklaren wat u persoonlijk heeft vastgesteld, met andere woorden wat u zelf gezien of gehoord heeft. Het verhoor kan op een aantal punten zeer grondig zijn: het komt er tenslotte op aan om de waarheid aan het licht te brengen. Dit bewijst het belang van uw getuigenis en de omvang van uw verantwoordelijkheid.
Na de getuigenis kunt u de zaal verlaten. Als u wilt, kunt u het verder verloop van het proces blijven volgen. De rechter kan u ook vragen om terug te gaan naar de getuigenzaal. Dat doet hij als hij denkt dat hij u nog nodig zal hebben.