Het Lambermontakkoord en het Lombardakkoord luidden in 2001 de vijfde staatshervorming in.
Het Lambermontakkoord
Het Lambermontakkoord hevelde bepaalde bevoegdheden over naar de gewesten en gemeenschappen. Zo werd de gemeente- en provinciewet een regionale bevoegdheid. Ook landbouw, zeevisserij en buitenlandse handel werden geregionaliseerd. Ontwikkelingssamenwerking (voor de gewestelijke en gemeenschappelijke bevoegdheden), de controle op de verkiezingsuitgaven bij de verkiezing van het parlement en de aanvullende financiering van de politieke partijen werden naar de gemeenschappen en de gewesten overgeheveld. Daarnaast voorzag het akkoord een aantal maatregelen over de financiering van de gemeenschappen, de uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten en een extra dotatie van de federale overheid aan de Vlaamse en de Franse Gemeenschapscommissie.
Het Lombardakkoord
Het Lombardakkoord wijzigde de werking van de Brusselse instellingen. De zes Brusselse leden van het Vlaams Parlement worden sindsdien rechtstreeks verkozen. Het akkoord veranderde ook de zetelverdeling tussen beide taalgroepen in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. Ook had het Lombardakkoord invloed op de procedure om de belangrijkste gewestelijke ordonnanties over de ondergeschikte besturen aan te nemen: het veranderde de meerderheid van de stemmen die vereist is in elke taalgroep van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement.