Mijnheer de voorzitter,
Dames en heren volksvertegenwoordigers,
Beste collega’s,
Het is mij een eer en een genoegen om hier voor jullie te staan. Want voor het eerst in zestien jaar zal in dit parlement een regeerakkoord ter stemming voorliggen dat de ambitie heeft om de steun te krijgen van een democratische meerderheid aan beide zijden van de taalgrens.
Ik hoop dat dit het begin kan zijn van een nieuwe politieke traditie. Een nieuw politiek tijdperk waarin het niet langer een zeldzaamheid maar wel een evidentie is dat de volkswil van het noorden én van het zuiden gerespecteerd wordt.
Respect voor alle landsdelen is een belangrijke pijler van dit akkoord. Deze regering zal dan ook het nodige doen om hun slagkracht en samenwerking nog steviger te verankeren. Ik zal er als premier persoonlijk op toezien dat die oefening grondig gebeurt.
Beste collega’s,
Een breed democratisch draagvlak is noodzakelijk als we de uitdagingen van onze tijd doortastend willen aanpakken. Het is noodzakelijk om ingrijpende keuzes te kunnen maken. Keuzes die niet altijd makkelijk zijn. Keuzes die een zeer concrete impact hebben op grote delen van de bevolking. Keuzes die politieke moed vergen om te verdedigen. Maar ook keuzes die onvermijdelijk zijn om de welvaart en het welzijn van al onze burgers veilig te stellen.
Want onze welvaart staat onder druk. De cijfers liegen niet. Zonder ingrijpen loopt het Belgisch begrotingstekort weldra op tot het grootste van de westerse wereld. Daardoor zitten we op het Europese strafbankje en dreigen we in het vizier te komen van de internationale markten.
Dit scenario moet te allen prijze worden vermeden. Deze trend keren is daarom dé topprioriteit van deze regering. En ik zal helemaal eerlijk zijn: dat zal langer vergen dan één legislatuur.
De vergrijzing en de geopolitieke context hakken er dermate diep in dat we vertrokken zijn voor een langdurig traject. We staan voor de meest uitdagende begrotingssanering uit onze moderne geschiedenis.
Het regeerakkoord dat voorligt gaat die uitdaging aan. Het wijkt daarbij af van saneringen uit het verleden. Die gebeurden onder meer via hogere belastingen. Wij kiezen voor structurele hervormingen om de begroting duurzaam gezond te maken.
Want onze belastingdruk op arbeid is al de hoogste van alle industrielanden.
En belastingen heffen is zoals schapen scheren: je moet stoppen wanneer je aan de huid zit. In dit land zijn we op dat punt aanbeland. Deze regering kiest daarom voor een andere weg. Van de sterkste schouders vragen we weliswaar een billijke bijdrage ten voordele van mensen die werken. En net als sociale zal ook fiscale fraude fors bestreden worden. Maar globaal mikken we niet op een verhoging, wel op een lastenverlaging van 1,5 miljard euro.
Dit gebeurt met bijzondere aandacht voor mensen die werken aan een laag loon. Want te lang hebben zij met lede ogen moeten aanzien dat elke dag je stinkende best doen nauwelijks meer opbrengt dan thuisblijven.
Daarom stelt dit regeerakkoord het klaar en duidelijk: ten opzichte van inactiviteit zal iemand die aan de slag gaat altijd worden beloond met netto 500 euro meer.
Om dat te bereiken, verhogen we onder meer de minimumlonen in twee bewegingen. Daarbij beperken we de impact voor werkgevers.
Ook onze ondernemers laten we niet in de kou staan. Zonder hen geen jobs. Daarom voorzien we een versterking van hun concurrentiekracht ten bedrage van 1,5 miljard euro.
Daarvan gaat 1 miljard euro naar de verlaging van loonkosten van zij die werken voor een lager inkomen. Die focus is logisch omdat daar de loonhandicap ten opzichte van onze buurlanden het meest precair is.
De hoge energieprijzen vreten aan de levensvatbaarheid van onze bedrijven en bedreigen de koopkracht van onze gezinnen. Energie-intensieve bedrijven zullen daarom een specifieke lastenverlaging krijgen. Tevens is het belangrijk om met een open geest ons energieaanbod te versterken. Daarom maakt dit regeerakkoord na twintig jaar eindelijk komaf met de achterhaalde wet op de kernuitstap.
Het regeerakkoord bewaart verder het evenwicht in de loonvorming. We behouden het principe van de loonnormwet van 2017 zodat de concurrentiekracht van onze bedrijven gewaarborgd blijft. Tegelijk raken we niet aan de automatische loonindex om de levensstandaard van werknemers te beschermen bij prijsstijgingen.
Wat we ook níet gaan doen, is besparen op de absolute kerntaak van de overheid.
Als we zien dat de drugsmaffia onze grootsteden en havens teistert. Als we zien dat de Belgische Staat aansprakelijk gesteld werd voor de verkrachting en de moord op een jonge beloftevolle vrouw. Als we zien dat onze gevangenissen propvol zitten, met soms mensonwaardige gevolgen... Dan kan de conclusie nooit zijn dat besparen op veiligheid geoorloofd is. Integendeel, deze regering zal de veiligheidsdepartementen, met inbegrip van het justitieapparaat, financieel aanzienlijk verder versterken.
We hanteren ook een nultolerantie voor geweld ten aanzien van zij die ons beschermen. Ook de reeds jarenlange noodzakelijke fusie van de Brusselse politiezones voeren we eindelijk door. Dat zal leiden tot meer veiligheid in onze hoofdstad.
Hetzelfde geldt voor onze landsverdediging. Gisteren woonde ik in mijn eerste opdracht als premier een Europese defensietop bij. De uitdagingen zijn dringend en enorm, daarover zijn alle Europese leiders het roerend eens. Velen van hen hebben hun defensie-uitgaven al verhoogd tot voorbij, en soms ver voorbij de 2 procent van hun bbp.
Als trotse thuishaven en stichtend lid van de NAVO is het onze plicht om ook ons deel bij te dragen aan de collectieve veiligheid van de westerse beschaving. Daarom verbindt deze regering zich ertoe om de internationale afspraken van ons land eindelijk na te komen en het groeipad naar en voorbij de 2% in te zetten.
We doen daarbij de broodnodige investeringen in het apparaat en de mensen, maar ook in de defensie-industrie. Dit om de capaciteit op te schalen en innovatie aan te moedigen. Eindelijk – eindelijk – zullen we onze militairen en onze defensie terug serieus nemen.
Wat er zich in de gespannen, geopolitieke context afspeelt, heeft een weerslag op onze veiligheid, onze sociale cohesie en onze competitiviteit. Om die reden voeren we een ambitieuze internationale politiek die gebaseerd is op samenwerking en leidt naar de bescherming van onze burgers, ons land en onze partnerlanden. Daarbij zetten we onze steun aan Oekraïne onverminderd voort.
Dit land is niet alleen het hart van Europa, maar ook een overtuigde voortrekker van een sterke Europese Unie. De regering zal zich dan ook inzetten voor een Unie die economische groei stimuleert, onze veiligheid versterkt en de belangen van haar burgers wereldwijd op assertieve wijze verdedigt.
Een andere internationale verplichting zijn de klimaatdoelstellingen die deze regering samen met de deelstaten blijft vooropstellen. Elke vermeden ton CO₂ vermindert de opwarming van de aarde. Het hernieuwen van onze klimaatverplichtingen en het versnellen van de fossiele uitstap zijn niet alleen ecologische noodzaken, maar ook strategische hefbomen. Deze transitie zal onze energie-autonomie versterken ten opzichte van olieproducerende landen, terwijl ze onze samenleving veerkrachtiger maakt tegen ontwrichtingen.
In totaal voorzien we een goede vijf miljard euro voor nieuw beleid, met daarbovenop een begrotingsinspanning van 18 miljard. Het geld daarvoor moet natuurlijk van ergens komen. En wie geen belastingen wil verhogen, die moet structureel hervormen en besparen.
De politieke klasse moet daarbij het goede voorbeeld geven. Daarom bestaat deze regering slechts uit 14 ministers en een premier, en besparen we 30 procent op de ministeriële kabinetten. We snijden in de partijfinanciering, halveren het plafond van de uittredingsvergoedingen voor ex-parlementsleden en spiegelen de ziekteregeling voor parlementairen aan die van werknemers.
De regering zal ook op zoek gaan naar een twee derde meerderheid om het hoofdstuk af te sluiten van een instelling die geen plaats meer heeft in onze huidige institutionele realiteit. Ik roep dit parlement met andere woorden op om de senaat af te schaffen!
Met louter besparingen op de politiek komen we er natuurlijk lang niet.
Daarom krijgen zowat alle niet-veiligheidsdepartementen van onze overheid een grondige efficiëntiekuur. Zowel in hun structuren als in hun uitgaven. Dat zal niet aangenaam zijn, maar neem het van mij aan: een lastig dieet is soms noodzakelijk om op een gezonde manier verder te kunnen leven.
Door diensten te centraliseren en bepaalde entiteiten samen te voegen zal de administratie haar prestaties verbeteren.
Naast die broodnodige besparingen zal deze regering historische hervormingen doorvoeren in de arbeidsmarkt en ons pensioensysteem. Want op die domeinen bevindt zich de kern van onze uitdaging. Namelijk dat een slinkende actieve bevolking een steeds grotere zilveren generatie moet ondersteunen. Dat legt een zware hypotheek op onze sociale welvaartsstaat. Wie die wil redden, moet nu ten gronde ingrijpen.
Daarom maken we komaf met eeuwigdurende stelsels die onze financiën bezwaren en al lang knagen aan het rechtvaardigheidsgevoel van veel landgenoten.
We maken van de werkloosheidsuitkering een echte sociale verzekering. Het startbedrag wordt hoger, maar met uitzondering voor 55+’ers zal ze eindelijk worden beperkt tot maximaal twee jaar.
We voeren een uitkeringsnorm in zodat het loon van wie werkt altijd sneller stijgt dan de uitkering van wie dat niet doet.
Om excessen te vermijden, plafonneren we het geheel aan sociale bijstand en voordelen. We ontwikkelen hier een gedifferentieerd kader dat toelaat rekening te houden met de objectieve noden van een gezin.
We blijven de leeflonen en uitkeringen indexeren, maar ze zullen niet langer stijgen boven op de index.
We nemen deze maatregelen in de overtuiging dat mensen die in staat zijn om te werken aangemoedigd moeten worden om dat te doen. Dat is niet alleen in het belang van de overheidsfinanciën. Maar vooral in het belang van die mensen zelf. Werk zorgt voor persoonlijke en financiële emancipatie, voor een sociaal netwerk en voor zingeving. Die visie delen alle partijen van deze regering. En die visie vindt haar uiting in dit regeerakkoord.
Een goed evenwicht tussen werk en privé is daarbij belangrijk. Elke ouder moet kunnen zorgen voor zijn of haar kind. Wie gezinstaken wil opnemen, moet daarvoor alle mogelijkheden krijgen. We voeren hiervoor het familiekrediet in, in overleg met de sociale partners.
Deze regering zal ook naar de pensioenen moeten kijken. Met tegenzin, maar een budgettaire sanering kan anders niet geloofwaardig zijn. Quasi nergens in Europa ligt de gemiddelde uittredingsleeftijd lager dan hier. Dat is een luxe die we ons simpelweg al lang niet meer konden veroorloven.
Ook voor de pensioenen geldt: werken moet opbrengen. Net zoals alle andere OESO-landen zullen wij een bonus-malussysteem invoeren zodat wie langer wil werken wordt beloond en zodat wie vroeger stopt bijgevolg de financiële gevolgen daarvan moet dragen.
We gaan ook meer kijken naar hoelang iemand effectief gewerkt heeft. Door het uitgebreide systeem van gelijkgestelde periodes is vandaag een derde van de Belgische pensioenmassa niet gedekt door bijdragen. Daarom gaan de excessen er voortaan uit. Zonder te raken aan nobele systemen, zoals bijvoorbeeld het ouderschapsverlof.
Deze regering maakt ook werk van een verdere harmonisering van de pensioenstelsels. We brengen de ambtenarenpensioenen meer in lijn met die van de private sector.
Dat gebeurt telkens met maximaal respect voor verworven rechten. De uitrol wordt zeer geleidelijk gespreid, zelfs tot in de jaren 2060. De regering zet dus de tering naar de nering, maar ze blijft steeds menselijk.
Ik begrijp de bezorgdheid die bij velen heerst. Maar de beste tijd om een boom te planten was twintig jaar geleden. Het tweede beste moment is nu. Verder uitstel zou de te nemen maatregelen enkel zwaarder maken. Deze regering heeft besloten om haar verantwoordelijkheid te nemen en ons pensioenstelsel te bestendigen voor de komende veertig jaar. Niet zozeer voor ons, dan wel voor onze kinderen en kleinkinderen.
Deze hervormingen zijn fundamenteel en grondig. We zullen hierover het overleg met de sociale partners aangaan, zodat ze ook gedragen en effectief zullen zijn.
Ook ons gezondheidssysteem staat meer onder druk. De vergrijzing van onze bevolking is daar een onderdeel van, maar er zijn ook andere oorzaken, zoals een toename van het aantal chronisch zieken en heel wat mensen met mentale gezondheidsproblemen.
Daarom zal de regering blijven investeren in zorg. De volgende jaren investeren we miljarden euro in de betaalbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit van onze gezondheidszorg. En via een sociaal akkoord maken we ook werk van meer handen aan het bed.
Net zoals een robuuste sociale zekerheid essentieel is voor een gezonde res publica, is een sterk burgerschap dat ook.
Ook hier moeten we de realiteit onder ogen durven zien. We verstrengen ons migratiebeleid en stellen vast dat onze buurlanden dat ook doen. De lasten van de huidige migratiepolitiek zijn te hoog. Ze overstijgt wat een samenleving kan absorberen. Om een ordentelijker en humaner migratiebeleid te organiseren moet het veel strikter.
De instroom via gezinshereniging wordt verminderd dankzij strengere voorwaarden. Zo komt er in samenwerking met de deelstaten een taal- en inburgeringstest in het land van herkomst. Er komen ook strengere inkomensvoorwaarden en een langere wachtperiode voor mensen die op deze manier toekomen.
Toekomstige nieuwkomers zullen voortaan vijf jaar moeten wachten alvorens ze recht krijgen op een leefloon. Bij erkende vluchtelingen wordt het leefloon gekoppeld aan integratie- en activeringsvoorwaarden. Wie geen recht heeft om hier te blijven laten we niet verdwijnen in de illegaliteit. Daarom zetten we in op gesloten centra met oog op terugkeer.
Onze migratiepolitiek zal daarbij altijd humaan blijven.
Dames en heren volksvertegenwoordigers,
Beste collega’s,
De tocht die voor ons ligt wordt geen wandeling door het park. Het wordt een col buiten categorie. Maar wie de moeite doet om de berg te beklimmen zal aan de top genieten van het uitzicht.
Voor u ligt een regeerakkoord dat onze welvaart centraal stelt. Dat onze overheidsfinanciën saneert en onze sociale zekerheid betaalbaar houdt. Dat onze internationale verplichting inzake defensie en klimaat vooropstelt. Dat werken doet lonen. Dat de concurrentiekracht van onze bedrijven versterkt. Dat onze burgers beschermt tegen binnenlandse en buitenlandse bedreigingen. Dat het migratiebeleid aanscherpt. En dat het potentieel van onze burgers en onze bedrijven maximaal wil ontginnen.
Dit is een evenwichtig akkoord dat antwoorden biedt op collectieve uitdagingen. Van iedereen in de samenleving wordt een inspanning gevraagd, maar iedereen zal er ook de vruchten van plukken.
Ik vraag u het vertrouwen om samen met mijn regeringsploeg dit regeerakkoord uit te voeren.
Ik dank u.