Om van een diefstal met braak te kunnen spreken, moet er aan twee voorwaarden voldaan zijn: de dief moet hebben ingebroken (in uw huis of uw wagen) en hij moet iets hebben meegenomen.
Terwijl u thuis bent
Wanneer u thuis bent en verdachte geluiden hoort, volstaat het meestal om het licht aan te steken of lawaai te maken om de inbreker op de vlucht te jagen.
Maar als het toch tot een confrontatie komt, probeer dan in de eerste plaats kalm te blijven en te doen wat de inbreker u vraagt. Observeer hem zo goed mogelijk, zodat u de politiediensten een nauwkeurige beschrijving kunt geven. Probeer ook na te gaan hoe de dader vlucht en in welke richting. Daarna waarschuwt u zo vlug mogelijk de politie, uw verzekeraar en uw bank. En ten slotte kunt u het best een lijst opmaken van de dingen die de inbreker meegenomen heeft.
Tijdens uw afwezigheid
Wanneer u vaststelt dat er is ingebroken tijdens uw afwezigheid, neem dan contact op met de politie en wacht op hun komst. Ga in ieder geval niet naar binnen en laat alles onaangeroerd zodat eventuele vingerafdrukken of geuren, die belangrijk kunnen zijn voor een speurhond, bewaard blijven.
Neem achteraf de nodige voorzorgsmaatregelen zodat het bij één inbraak blijft. Een woning waar al eens eerder werd ingebroken, loopt een groter risico om een tweede keer ongewenst bezoek te krijgen.
Inbraak in uw wagen
Neem bij een inbraak in uw auto eerst contact op met de politie. Raak niets aan, zodat alle mogelijke sporen voor de politie bewaard blijven. Noteer terwijl u op de politie wacht de nummerplaten van auto's in de onmiddellijke omgeving. Probeer eventuele getuigen ter plaatse te houden of vraag hun naam en adres.