Na een overlijden wordt een belasting geheven op het vermogen van de overleden persoon dat overgaat op zijn erfgenamen. Deze belasting noemt men het successierecht.
Het bedrag van de successierechten varieert volgens de waarde van de overgedragen goederen en de graad van verwantschap tussen de overledene en zijn erfgenamen.
De tarieven zijn de bevoegdheid van de gewesten. Ze verschillen naargelang de fiscale woonplaats van de overledene.
Als erfgenaam van een overleden persoon, heeft u drie mogelijkheden:
- U aanvaardt de erfenis zuiver en eenvoudig.
Het vermogen van de overledene en uw eigen vermogen smelten samen. Zo erft u niet alleen de schulden van de overledene, maar ook de schuldvorderingen en goederen die deze bezat. Als blijkt dat het passief (de schulden) groter is dan het actief (de goederen en schuldvorderingen), dan zult u het verschil moeten betalen met uw eigen vermogen. - U verwerpt de nalatenschap.
In dit geval wordt het vermogen overgedragen aan de andere erfgenamen die niet verwerpen. Als alle erfgenamen verwerpen dan is het aan de Staat om de nalatenschap al dan niet te aanvaarden. - U aanvaardt de nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving.
Eerst en vooral moet een inventaris worden opgemaakt van het vermogen van de overledene: wat is er aan actief en wat aan passief? Blijft er nog een actief over nadat alle schuldeisers hun deel hebben ontvangen dan wordt dit aan het eigen vermogen toegevoegd. Als het vermogen van de overledene niet volstaat om alle schuldeisers te betalen, dan kunnen zij zich in geen enkel geval tot u wenden om alsnog de betaling te verkrijgen.
Als het passief van de nalatenschap groter is dan het actief, dan is de persoon die de nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving heeft aanvaard, niet vrijgesteld van betaling van successierechten.