Het grondgebied van België heeft altijd de invloed ondergaan van zowel de Germaanse als de Latijnse wereld. Dat brengt een cultureel pluralisme met zich. Bij het ontstaan van België in 1830-1831 was dat pluralisme er dus ook al. Het zijn nu net deze verschillen in taal, in cultuur, ... tussen de verschillende landsdelen die aan de oorsprong liggen van de staatshervorming.
Een belangrijke stap in de hervorming van onze staat zijn de taalwetten. Ze werden gestemd tussen 1873 en 1963. In die wetten worden de Franse, de Nederlandse en de Duitse taal als officiële talen van België erkend. Ook het gebruik van de talen wordt in die wetten geregeld.
Maar met taalwetten alleen wordt de staat nog niet echt hervormd. Ook de Grondwet moet worden gewijzigd. Zij vormt immers het fundament van het Staatsbestel. Die wijziging noemt men de herziening van de Grondwet. Met de grondwetswijziging van 5 mei 1993 werd de federale Staat gecreëerd. Met deze federalisering werd reeds meer dan 40 jaar geleden een begin gemaakt: eerst met een vergaande hervorming in 1970, die op haar beurt in 1980 werd verdiept en in 1988-1989 en later in 2001 en 2012 werd verder gezet.