Grof geschetst omvatten de bevoegdheden van de federale overheid eigenlijk alles wat te maken heeft met het algemene belang. In het algemene belang van alle Belgen beheert de federale staat bij voorbeeld financiën, leger, justitie, sociale zekerheid, buitenlandse zaken evenals belangrijke delen van volksgezondheid en van binnenlandse zaken, ... Hierover is dus de federale overheid bevoegd.
De federale overheid behoudt een aanzienlijk "gemeenschappelijk erfgoed". Daaronder valt onder andere het gerechtelijk apparaat, het leger, de federale politie, het toezicht over de politiediensten, de sociale zekerheid en de belangrijke wetten over sociale bescherming (zoals pensioenen en ziekte- en invaliditeitsverzekering), de overheidsschuld, het monetaire beleid, het prijs- en inkomensbeleid, de bescherming van het spaargeld, kernenergie, de overheidsbedrijven (zoals de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, bpost (vroeger De Post)), de federale wetenschappelijke en culturele instellingen. Bovendien blijft de federale staat verantwoordelijk voor de verplichtingen van België en zijn gefederaliseerde instellingen ten overstaan van de Europese Unie of van de NAVO.
De federale overheid is eveneens bevoegd voor alles wat niet uitdrukkelijk onder de bevoegdheid valt van de gemeenschappen en de gewesten. De federale staat is tevens bevoegd voor de uitzonderingen en beperkingen op de bevoegdheden van de gemeenschappen en de gewesten.
De gemeenschappen zijn bijvoorbeeld autonoom op het vlak van onderwijs, maar de minimale vereisten voor de aflevering van diploma's blijven een aangelegenheid van de federale overheid, net zoals de leerplicht en de pensioenregeling.
In 2014 zorgde de zesde staatshervorming voor de gehele of gedeeltelijke overdracht van een hele lijst bevoegdheden van het federale niveau naar de gemeenschappen of de gewesten. De datum van de overdracht is 1 juli 2014. De bestaande regelgeving blijft van kracht tot een gemeenschap of een gewest over wijzigingen of nieuwe regels beslist.